.\" -*- coding: UTF-8 -*-
.de dT
.ds Dt \\$2
..
.\" GNU grep man page
.dT Time-stamp: 2019-12-29
.\" Update the above date whenever a change to either this file or
.\" grep.c's 'usage' function results in a nontrivial change to the man page.
.\" In Emacs, you can update the date by running 'M-x time-stamp'
.\" after you make a change that you decide is nontrivial.
.\" It is no big deal to forget to update the date.
.
.\"*******************************************************************
.\"
.\" This file was generated with po4a. Translate the source file.
.\"
.\"*******************************************************************
.TH GREP 1 \*(Dt "GNU grep 3.8" "Opdrachten voor gebruikers"
.
.if !\w|\*(lq| \{\
.\" groff an-old.tmac does not seem to be in use, so define lq and rq.
. ie \n(.g \{\
. ds lq \(lq\"
. ds rq \(rq\"
. \}
. el \{\
. ds lq ``
. ds rq ''
. \}
.\}
.
.if !\w|\*(la| \{\
.\" groff an-ext.tmac does not seem to be in use, so define the parts of
.\" it that are used below. For a copy of groff an-ext.tmac, please see:
.\" https://git.savannah.gnu.org/cgit/groff.git/plain/tmac/an-ext.tmac
.\" --- Start of lines taken from groff an-ext.tmac
.
.\" Check whether we are using grohtml.
.nr mH 0
.if \n(.g \
. if '\*(.T'html' \
. nr mH 1
.
.
.\" Map mono-width fonts to standard fonts for groff's TTY device.
.if n \{\
. do ftr CR R
. do ftr CI I
. do ftr CB B
.\}
.
.\" groff has glyph entities for angle brackets.
.ie \n(.g \{\
. ds la \(la\"
. ds ra \(ra\"
.\}
.el \{\
. ds la <\"
. ds ra >\"
. \" groff's man macros control hyphenation with this register.
. nr HY 1
.\}
.
.\" Start URL.
.de UR
. ds m1 \\$1\"
. nh
. if \\n(mH \{\
. \" Start diversion in a new environment.
. do ev URL-div
. do di URL-div
. \}
..
.
.
.\" End URL.
.de UE
. ie \\n(mH \{\
. br
. di
. ev
.
. \" Has there been one or more input lines for the link text?
. ie \\n(dn \{\
. do HTML-NS ""
. \" Yes, strip off final newline of diversion and emit it.
. do chop URL-div
. do URL-div
\c
. do HTML-NS
. \}
. el \
. do HTML-NS "\\*(m1"
\&\\$*\"
. \}
. el \
\\*(la\\*(m1\\*(ra\\$*\"
.
. hy \\n(HY
..
.
.
.\" Start email address.
.de MT
. ds m1 \\$1\"
. nh
. if \\n(mH \{\
. \" Start diversion in a new environment.
. do ev URL-div
. do di URL-div
. \}
..
.
.
.\" End email address.
.de ME
. ie \\n(mH \{\
. br
. di
. ev
.
. \" Has there been one or more input lines for the link text?
. ie \\n(dn \{\
. do HTML-NS ""
. \" Yes, strip off final newline of diversion and emit it.
. do chop URL-div
. do URL-div
\c
. do HTML-NS
. \}
. el \
. do HTML-NS "\\*(m1"
\&\\$*\"
. \}
. el \
\\*(la\\*(m1\\*(ra\\$*\"
.
. hy \\n(HY
..
.\" --- End of lines taken from groff an-ext.tmac
.\}
.
.hy 0
.
.SH NAAM
grep, egrep, fgrep, rgrep \- toon regels die voldoen aan een patroon
.
.SH SAMENVATTING
\fBgrep\fP [\fIOPTIE\fP.\|.\|.]\& \fIPATRONEN\fP [\fIBESTAND\fP.\|.\|.]
.br
\fBgrep\fP [\fIOPTIE\fP.\|.\|.]\& \fB\-e\fP \fIPATRONEN\fP \&.\|.\|.\&
[\fIBESTAND\fP.\|.\|.]
.br
\fBgrep\fP [\fIOPTIE\fP.\|.\|.]\& \fB\-f\fP \fIPATROON_BESTAND\fP \&.\|.\|.\&
[\fIBESTAND\fP.\|.\|.]
.
.SH BESCHRIJVING
\fBgrep\fP zoekt het \fIPATROON\fP in elk \fIBESTAND\fP. \fIPATROON\fP zijn een of
meer patronen gescheiden voor nieuwe regel tekens, \fBgrep\fP toont dan elke
regel dit voldoet aan een patroon. Als \fBgrep\fP in een shell commando
gebruikte wordt dan zal \fIPATROON\fP tussen aanhalingstekens moeten staan.
.PP
Een \fIBESTAND\fP of `\fB\-\fP` betekent standaard invoer. Als geen \fIBESTAND\fP
werd opgegeven, dan zullen de werk map recursief doorzocht worden, en niet
recursieve zoekopdrachten lezen de standaard invoer.
.PP
Debian bevat ook de varianten \fBegrep\fP, \fBfgrep\fP en \fBrgrep\fP. Deze
programma´s zijn identiek aan \fBgrep\ \-E\fP, \fBgrep\ \-F\fP, respectievelijk
\fBgrep\ \-r\fP. Deze varianten zijn afgekeurd, maar worden behouden vanwege
compatibiliteit. Om redenen van overdraagbaarheid wordt het aanbevolen deze
varianten niet te gebruiken, maar in plaats daarvan \fBgrep\fP met de juist
optie.
.
.SH OPTIES
.SS "Algemene Programma Informatie"
.TP
\fB\-\^\-help\fP
Geef een kort help bericht en stop.
.TP
\fB\-V\fP, \fB\-\^\-version\fP
Toon versie nummer van \fBgrep\fP en stop.
.SS "Patroon syntaxis"
.TP
\fB\-E\fP, \fB\-\^\-extended\-regexp\fP
Interpreteer \fIPATROON\fP uit als een uitgebreide reguliere expressie (zie
onder).
.TP
\fB\-F\fP, \fB\-\^\-fixed\-strings\fP
Interpreteer \fIPATROON\fP als vaste tekst, niet als reguliere expressies.
.TP
\fB\-G\fP, \fB\-\^\-basic\-regexp\fP
Interpreteer \fIPATROON\fP als een reguliere expressie (BRE´s, zie
hieronder). Dit is de standaard.
.TP
\fB\-P\fP, \fB\-\^\-perl\-regexp\fP
Interpreteer \fIPATROON\fP als een Perl\-compatibele reguliere expressie
(PCRE´s). Deze optie is experimenteel indien die gecombineerd wordt met de
met \fB\-z\fP (\fB\-\^\-null\-data\fP) optie, en \fBgrep \-P\fP zou kunnen waarschuwen
over niet geïmplementeerde features.
.SS "Vergelijkings instellingen"
.TP
\fB\-e\fP\fI PATRONEN\fP,\fB \-\^\-regexp=\fP\fIPATRONEN\fP
Gebruik \fIPATRONEN\fP als patronen. Als deze optie meerdere keren gebruikt
of gecombineerd wordt de met \fB\-f\fP (\fB\-\^\-file\fP) optie, zoek dan alle
gegeven patronen. Deze optie kan gebruikt worden om patronen die beginnen
met "\-" te beschermen.
.TP
\fB\-f\fP\fI BESTAND\fP,\fB \-\^\-file=\fP\fIBESTAND\fP
Lees de patronen uit \fIBESTAND\fP, een per regel. Als deze optie meerdere
keren gebruikt of gecombineerd wordt de met \fB\-e\fP (\fB\-\^\-regexp\fP) optie,
zoek dan alle gegeven patronen. Een leeg bestand bevat geen patronen en
vergelijkt daarom niets.
.TP
\fB\-i\fP, \fB\-\^\-ignore\-case\fP
Negeer het verschil tussen hoofd\- en kleine letters in patronen en de invoer
bestanden, zodat alleen tekens die hierdoor verschillen bij elkaar horen.
.TP
\fB\-\^\-no\-ignore\-case\fP
Negeer verschillen in hoofd\- en kleine letters in patronen en invoer data
niet. Dit is de standaard. Deze optie is nuttig voor doorgeven naar shell
scripts die al \fB\-i\fP gebruiken, om het effect te onderdrukken want de twee
opties overschrijven elkaar.
.TP
\fB\-v\fP, \fB\-\^\-invert\-match\fP
Keer de manier van vergelijken om, om niet\-passende regels te kiezen.
.TP
\fB\-w\fP, \fB\-\^\-word\-regexp\fP
Selecteer alleen die regels die passen op hele woorden. Er wordt getest of
de passende sub\-tekst aan het begin van de regel zit, of voorafgegaan door
een niet\-woord teken. Net zo, moet het aan het einde van de regel zitten,
of gevolgd worden door een niet\-woord karakter. Tekens die in woorden
voorkomen zijn letters, cijfers en het liggende streepje. Deze optie heeft
geen effect als ook \fB\-x\fP werd opgegeven.
.TP
\fB\-x\fP, \fB\-\^\-line\-regexp\fP
Selecteer alleen die overeenkomsten die precies met een hele regel
overeenkomen. Voor een reguliere expressie patroon, komt dit overeen met het
tussen haakjes zetten van het patroon en het omgeven met \fB^\fP en \fB$\fP.
.SS "Algemene uitvoer instellingen"
.TP
\fB\-c\fP, \fB\-\^\-count\fP
Onderdruk normale uitvoer; druk in plaats daarvan de som van de passende
regels af voor elk invoer bestand. Met de \fB\-v\fP, \fB\-\^\-invert\-match\fP optie
(zie onder), tel niet\-overeenkomende regels.
.TP
\fB\-\^\-color\fP[\fB=\fP\fIWANNEER\fP], \fB\-\^\-colour\fP[\fB=\fP\fIWANNEER\fP]
Omgeeft de gevonden (niet\-lege) teksten, passende regels, context regels,
bestandsnamen, regel nummers, byte afstand, en de scheiders (voor velden en
groepen van context regels) met stuurcodes om ze in kleur op de terminal te
tonen. De kleuren worden bepaald in de omgevingsvariabele
\fBGREP_COLORS\fP. \fIWHEN\fP is \fBnever\fP, \fBalways\fP, of \fBauto\fP.
.TP
\fB\-L\fP, \fB\-\^\-files\-without\-match\fP
Onderdruk gewone uitvoer; druk in plaats daarvan de naam van elk invoer
bestand af, waar normaal geen uitvoer van zou zijn afgedrukt.
.TP
\fB\-l\fP, \fB\-\^\-files\-with\-matches\fP
Onderdruk gewone uitvoer; druk in plaats daarvan de naam van elk invoer
bestand af, waar normaal geen uitvoer van zou zijn afgedrukt.
.TP
\fB\-m\fP\fI AANTAL\fP,\fB \-\^\-max\-count=\fP\fIAANTAL\fP
Stop met het lezen van een bestand na \fINUM\fP overeenkomende regels. Als
\fINUM\fP nul is, dan stopt \fBgrep\fP meteen zonder invoer te lezen. Als \fINUM\fP
gelijk is aan \-1 dan wordt dit behandeld als oneindig en \fBgrep\fP stop niet;
dit is standaard. Als de invoer gelezen wordt van standaard invoer van een
normaal bestand, en \fINUM\fP passende regels werden getoond, dan zal \fBgrep\fP
er voor zorgen dat de standaard invoer wordt gezet precies na de laatste
passende regel voor dat het stopt, ook al zijn er nakomende context
regels. Dit zorgt ervoor dat het aanroepende proces kan doorgaan met
zoeken. Als \fBgrep\fP stopt na \fINUM\fP passende regels, zal het nog volgende
context regels tonen. Indien de \fB\-c\fP of \fB\-\^\-count\fP optie werd gebruikt,
dan zal \fBgrep\fP geen teller groter dan \fINUM\fP tonen. Als ook de \fB\-v\fP of
\fB\-\^\-invert\-match\fP werd gebruikt, dan zal \fBgrep\fP stoppen na het tonen van
\fINUM\fP niet\-passende regels.
.TP
\fB\-o\fP, \fB\-\^\-only\-matching\fP
Toon alleen gevonden (niet\-lege) delen van de gevonden regel, met elk deel
op een aparte uitvoer regel.
.TP
\fB\-q\fP, \fB\-\^\-quiet\fP, \fB\-\^\-silent\fP
Stil; schrijf niets naar standaard uitvoer. Stop onmiddellijk met een nul
eind waarde wanneer een overeenkomst werd gevonden, zelfs als een fout was
vastgesteld. Zie ook de \fB\-s\fP of \fB\-\^\-no\-messages\fP optie.
.TP
\fB\-s\fP, \fB\-\^\-no\-messages\fP
Onderdruk fout berichten over niet\-bestaande of onleesbare bestanden.
.SS "Uitvoer regel voorvoegsel instellingen"
.TP
\fB\-b\fP, \fB\-\^\-byte\-offset\fP
Toon de 0\-gebaseerde byte positie in het invoer bestand voor elke regel van
de uitvoer. Toon de positie van het gevonden deel zelf als \fB\-o\fP
(\fB\-\^\-only\-matching\fP) is opgegeven.
.TP
\fB\-H\fP, \fB\-\^\-with\-filename\fP
Toon de bestandsnaam voor elke overeenkomst. Dit is standaard wanneer er
meer dan een bestand doorzocht moet worden.
.TP
\fB\-h\fP, \fB\-\^\-no\-filename\fP
Onderdruk het voorvoegen van bestandsnamen in de uitvoer. Dit is standaard
wanneer er precies een bestand (of alleen standaard invoer) doorzocht wordt.
.TP
\fB\-\^\-label=\fP\fILABEL\fP
Toon invoer komende van standaard invoer als invoer afkomstig van bestand
\fILABEL\fP. Dit is nuttig voor commando´s die de bestand inhoud transformeren
vóór het doorzoeken, b.v. \fBgzip \-cd foo.gz | grep \-\^\-label=foo \-H 'some pattern'\fP. Zie ook de \fB\-H\fP optie.
.TP
\fB\-n\fP, \fB\-\^\-line\-number\fP
Voeg vóór elke regel uitvoer het regelnummer toe in het invoer bestand.
.TP
\fB\-T\fP, \fB\-\^\-initial\-tab\fP
Zorg ervoor dat het eerste teken van een regel inhoud op een tabstop ligt,
waarmee de uitlijning van tabs normaal uit ziet. Dit is nuttig samen met de
opties die hun uitvoer vooraf laten gaan met de inhoud: \fB\-H\fP,\fB\-n\fP, and
\fB\-b\fP. Om de kans te vergroten dat de regels van een enkel bestand zullen
starten in dezelfde kolom, zal het regelnummer en de byte positie (indien
aanwezig) getoond worden in de minimale veld breedte.
.TP
\fB\-Z\fP, \fB\-\^\-null\fP
Voer een nul byte (het ASCII \fBNUL\fP karakter) uit, in plaats van het
karakter dat gewoonlijk volgt op een bestandsnaam. Bijvoorbeeld, \fBgrep \-lZ\fP
voert een nul byte uit na elke bestandsnaam, in plaats van de gewone nieuwe
regel. Deze optie maakt de uitvoer eenduidig, zelfs bij het voorkomen van
bestandsnamen die ongewone karakters zoals nieuwe regels bevatten. Deze
optie kan worden gebruikt met opdrachten zoals \fBfind \-print0\fP, \fBperl \-0\fP,
\fBsort \-z\fP en \fBxargs \-0\fP om willekeurige bestandsnamen te verwerken, zelfs
als die nieuwe regel\-tekens bevatten.
.SS "Context Regel Instellingen"
.TP
\fB\-A\fP\fI AANTAL\fP,\fB \-\^\-after\-context=\fP\fIAANTAL\fP
Toon \fINUM\fP regels van voorafgaande context na gevonden regels. Plaatst een
regel die de groep scheider (\fB\-\^\-\fP) bevat tussen opeenvolgende groep van
vondsten. Met de \fB\-o\fP of \fB\-\^\-only\-matching\fP optie, heeft dit geen effect
en er zal een waarschuwing gegeven worden.
.TP
\fB\-B\fP\fI AANTAL\fP,\fB \-\^\-before\-context=\fP\fIAANTAL\fP
Toon \fINUM\fP regels van voorafgaande context na gevonden regels. Plaatst een
regel die de groep scheider (\fB\-\^\-\fP) bevat tussen opeenvolgende groep van
vondsten. Met de \fB\-o\fP of \fB\-\^\-only\-matching\fP optie, heeft dit geen effect
en er zal een waarschuwing gegeven worden.
.TP
\fB\-C\fP\fI AANTAL\fP,\fB \-\fP\fIAANTAL\fP,\fB \-\^\-context=\fP\fIAANTAL\fP
Toon \fINUM\fP regels context. Plaatst een regel die de groep scheider
(\fB\-\^\-\fP) bevat tussen opeenvolgende groep van vondsten. Met de \fB\-o\fP of
\fB\-\^\-only\-matching\fP optie, heeft dit geen effect en er zal een waarschuwing
gegeven worden.
.TP
\fB\-\^\-group\-separator=\fP\fISEP\fP
Als \fB\-A\fP, \fB\-B\fP of \fB\-C\fP in gebruik zijn, druk dan \fISEP\fP af in plaats van
\fB\-\^\-\fP groepen van regels.
.TP
\fB\-\^\-no\-group\-separator\fP
Als \fB\-A\fP, \fB\-B\fP of \fB\-C\fP in gebruik zijn, druk dan geen scheidingsteken af
tussen groepen van regels.
.SS "Bestand en Map Selectie"
.TP
\fB\-a\fP, \fB\-\^\-text\fP
Verwerk een binair bestand alsof het tekst was; dit is equivalent aan de
\fB\-\^\-binary\-files=text\fP optie.
.TP
\fB\-\^\-binary\-files=\fP\fISOORT\fP
Als de data of metadata van een bestand aangeeft dat het bestand binaire
data bevat, neem dan aan de het bestand van type \fITYPE\fP is. Niet\-tekst
bytes geven binaire data aan; dit zijn ofwel uit voer bytes die niet goed
gecodeerd zijn voor de huidige locale , of nul invoer bytes indien de \fB\-z\fP
optie niet opgegeven werd.
.IP
Standaard zullen \fISOORT\fP \fBbinair\fP, en \fBgrep\fP uitvoer onderdrukken na een
het ontdekken van een nul in de binaire invoer, en ook uitvoer regels
onderdrukken die ongeldige gecodeerde data bevatten. Indien uitvoer werd
onderdrukt, dan zal \fBgrep\fP de uitvoer naar standard error dat een binair
bestand gevonden werd.
.IP
Als \fISOORT\fP \fBwithout\-match\fP is, dan zal wanneer \fBgrep\fP nul invoer
binaire data ontdekt het aanneemt dat de rest van het bestand niet
overeenkomt; dit is gelijk aan de \fB\-I\fP optie.
.IP
Als \fISOORT\fP \fBtext\fP is, dan verwerkt \fBgrep\fP een binair bestand alsof het
tekst was; dit is gelijk aan de \fB\-a\fP optie.
.IP
Wanneer \fISOORT\fP \fBbinary\fP is, dan kan \fBgrep\fP niet\-tekst bytes als regel
einden behandelen zelfs zonder de \fB\-z\fP optie is. Dit betekent dat
\fBbinary\fP versus \fBtext\fP kan beïnvloeden dat een patroon op een bestand
past. Bijvoorbeeld, wanneer \fISOORT\fP gelijk is aan \fBbinary\fP dan \fBq$ kan\fP
patroon overeenkomen met \fBq\fP onmiddellijk gevolgd door een nul\-byte, zelfs
als die niet past wanneer \fISOORT\fP gelijk is aan \fBtext\fP. Andersom,
wanneer \fISOORT\fP is \fBbinary\fP dan komt \fB.\&\fP (period) niet overeen met een
nul byte.
.IP
\fIWaarschuwing:\fP \fBgrep \-\^\-binary\-files=text\fP kan binaire onzin
genereren, wat vervelende bijeffecten kan hebben als de uitvoer naar een
terminal gaat en als de terminal driver deze interpreteert als een
commando. Aan de andere kant, als bestanden gelezen worden waarvan de
codering onbekend is, dan kan het helpen om \fB\-a\fP op te geven of om
\fBLC_ALL=C\fP in de omgeving te zetten, om zo meer overeenkomsten te vinden
zelfs als deze niet veilig zijn om meteen te tonen.
.TP
\fB\-D\fP\fI ACTIE\fP,\fB \-\^\-devices=\fP\fIACTIE\fP
Als het invoer bestand een apparaat is, FIFO of socket, gebruik dan \fIACTIE\fP
om het te verwerken. Standaard, \fIACTIE\fP is \fBread\fP, hetgeen betekent dat
apparaten gelezen worden net als dat het normale bestanden waren. Als
\fIACTIE\fP is \fBskip\fP dan worden apparaten overgeslagen.
.TP
\fB\-d\fP\fI ACTIE\fP,\fB \-\^\-directories=\fP\fIACTIE\fP
Als een invoer bestand een map is, gebruik \fIACTIE\fP om het te
verwerken. Normaal is \fIACTIE\fP \fBread\fP, wat betekend dat mappen gelezen
worden alsof het gewone bestanden waren. Als \fIACTIE\fP \fBskip\fP is, worden
mappen in stilte overgeslagen. Als \fIACTIE\fP \fBrecurse\fP is, leest \fBgrep\fP
alle bestanden in elke map, recursief, alleen symbolische koppelingen
volgend als die op de commando regel stonden. Dit is gelijk aan de \fB\-r\fP
optie.
.TP
\fB\-\^\-exclude=\fP\fIBESTANDSPATROON\fP
Sla elke commando\-regel bestand over met een achtervoegsel dat past op het
patroon \fIGLOB\fP, gebruik makend van jokerteken; een naam achtervoegsel is of
de volledige naam of een volgend deel dat begint met een niet\-slash teken
onmiddellijk na de slash (\fB/\fP) in de naam. Als er recursief gezocht wordt,
sla dan elke bestand over waarvan de basis naam past op \fIGLOB\fP; de basis
naam is het deel na de laatste slash. Een patroon mag \fB*\fP, \fB?\fP, en
\fB[\fP.\|.\|.\fB]\&\fP als jokertekens, en \fB\e\fP gebruiken om een jokerteken of
backslash teken letterlijk te citeren.
.TP
\fB\-\^\-exclude\-from=\fP\fIBESTAND\fP
Sla bestanden over waarvan de basis naam past op een van de algemene
bestandsnamen gelezen van \fIBESTAND\fP (gebruik jokerteken passend zoals
beschreven onder \fB\-\^\-exclude\fP).
.TP
\fB\-\^\-exclude\-dir=\fP\fIBESTANDSPATROON\fP
Sla elke commando\-regel map over met een achtervoegsel dat past op het
patroon \fIGLOB\fP. Als er recursief gezocht wordt, sla een map over waarvan de
basis naam past op \fIGLOB\fP. Negeer overtollige slashes achter in \fIGLOB\fP.
.TP
\fB\-I\fP
Verwerk een binair bestand als of het geen passende gegevens bevatte; dit is
gelijk aan de \fB\-\^\-binary\-files=without\-match\fP optie.
.TP
\fB\-\^\-include=\fP\fIBESTANDSPATROON\fP
Zoek alleen bestanden waarvan de basis naam past op \fIGLOB\fP (gebruik van
jokerteken zoals beschreven in \fB\-\^\-exclude\fP). Als daarentegen de
\fB\-\^\-include\fP en de \fB\-\^\-exclude\fP opties werden opgegeven, dan wordt een
bestand mee genomen tenzij de eerste van die opties \fB\-\^\-include\fP is.
.TP
\fB\-r\fP, \fB\-\^\-recursive\fP
Lees alle bestanden in elke map, recursief, symbolische koppelingen volgend
alleen als ze op de commando regel stonden. Merk op dat als geen bestand
werd gegeven, \fBgrep\fP alleen in de werk map zoekt. Dit is equivalent aan de
\fB\-d recurse\fP optie.
.TP
\fB\-R\fP, \fB\-\^\-dereference\-recursive\fP
Lees alle bestanden in elke map, recursief. Volg alle symbolische
koppelingen, in tegenstelling to \fB\-r\fP.
.SS "Andere Opties"
.TP
\fB\-\^\-line\-buffered\fP
Gebruik regel buffering bij uitvoer. Dit kan een prestaties kosten.
.TP
\fB\-U\fP, \fB\-\^\-binary\fP
Behandel de bestand(en) als binair. Standaard, onder MS\-DOS en MS\-win, gokt
\fBgrep\fP of een bestand een tekst of binair bestand is zoals beschreven voor
de \fB\-\^\-binary\-files\fP optie . Als \fBgrep\fP besluit dat het bestand een tekst
bestand is haalt het de CR karakters uit de originele bestand inhoudt (om
reguliere expressies met \fB^\fP en \fB$\fP goed te laten werken). Opgeven van
\fB\-U\fP overstemd dit gokken, en veroorzaakt dat alle bestanden gelezen worden
en doorgegeven worden aan het "passen\-op"\-mechanisme. Hoe dan ook, als een
bestand een tekst bestand met CR/LF paren aan het einde van elke regel is,
zal dat ervoor zorgen dat sommige reguliere expressies zullen falen. Deze
optie heeft geen zin op andere platformen anders dan MS\-DOS en MS\-Windows.
.TP
\fB\-z\fP, \fB\-\^\-null\-data\fP
Behandel invoer en uitvoer data als opeenvolgende regels, elke afgesloten
met een nul\-byte (het ASCII NUL teken) in plaats van een nieuwe regel. Net
als de \fB\-Z\fP of \fB\-\^\-null\fP optie, kan deze optie gebruikt worden met
commando´s zoals \fBsort \-z\fP om willekeurige bestandsnamen te verwerken.
.
.SH "REGULIERE EXPRESSIES"
Een reguliere expressie is een patroon dat een verzameling teksten
beschrijft. Reguliere expressies worden op dezelfde manier gebouwd als
rekenkundige expressies: door met gebruik van verschillende operatoren
kleinere delen samen te binden.
.PP
\fBgrep\fP begrijpt drie verschillende versies van reguliere\-expressies
syntaxis: \*(lqbasic\*(rq (BRE), \*(lqextended\*(rq (ERE) en \*(lqperl\*(rq (PCRE). In GNU
\fBgrep\fP is er geen verschil in bruikbaarheid tussen basis en extended
syntax. In andere implementaties zijn de basis reguliere expressies minder
krachtig. De volgende beschrijving gaat op voor uitgebreide reguliere
expressies; verschillen met de basis reguliere expressies worden naderhand
samengevat. Perl\-compatibele reguliere expressies geven additionele
functionaliteit, en zijn gedocumenteerd in B(3) en
B(3), maar werken alleen als PCRE beschikbaar is in
het systeem
.PP
De fundamentele bouwstenen zijn de reguliere expressies, die passen op een
enkel karakter. De meeste tekens, ook alle letters en cijfers, zijn
reguliere expressies die op zichzelf passen. Elk meta\-teken met een speciale
betekenis kan geciteerd worden door het vooraf te laten gaan door een
backslash.
.PP
De punt \fB.\&\fP past elk enkelvoudig karakter. Het is niet gespecificeerd of
het past op een codering fout.
.SS "Teken klassen en Expressies met Haakjes"
Een \fIhaakjes expressie\fP is een lijst van tekens omsloten door \fB[\fP en
\fB]\fP. Het past elk enkelvoudig teken van die lijst. Als het eerste karakter
van de lijst het dakje \fB^\fP is, dan past het elk enkelvoudig teken \fIniet\fP
in die lijst. Het is niet gespecificeerd of het past op een codering
fout. Bijvoorbeeld, de reguliere expressie \fB[0123456789]\fP past elk
enkelvoudig cijfer.
.PP
In een haakjes expressie, bestaat een \fIbereik expressie\fP uit twee tekens
gescheiden door een koppelteken. Dit vind elk enkel teken dat past tussen
twee de twee tekens, inclusief, het gebruik van de taaldefinitie verzameling
volgorde en teken set. Bij voorbeeld, in de standaard C taaldefinitie,
\fB[a\-d]\fP is equivalent aan \fB[abcd]\fP. Veel locales sorteren tekens in woord
volgorde, en in deze is \fB[a\-d]\fP gewoonlijk niet equivalent \fB[abcd]\fP; het
kan equivalent zijn aan \fB[aBbCcDd]\fP, bij voorbeeld. Om de klassieke
interpretatie van haakjes expressie te verkrijgen, kun je best de C
taaldefinitie instellen door het zetten van de \fBLC_ALL\fP omgevingsvariabele
op de waarde \fBC\fP.
.PP
Tenslotte, bepaalde benoemde klassen van tekens zijn voorgedefinieerd. Hun
namen spreken voor zichzelf, en het zijn \fB[:alnum:]\fP, \fB[:alpha:]\fP,
\fB[:cntrl:]\fP, \fB[:digit:]\fP, \fB[:graph:]\fP, \fB[:lower:]\fP, \fB[:print:]\fP,
\fB[:punct:]\fP, \fB[:space:]\fP, \fB[:upper:]\fP en \fB[:xdigit:]\fP. Bijvoorbeeld
\fB[[:alnum:]]\fP betekend \fB[0\-9A\-Za\-z]\fP, behalve dat de laatste vorm
afhankelijk is van de POSIX taaldefinitie en de ASCII tekenset, terwijl de
eerste onafhankelijk is van taaldefinitie en tekenset. (Merk op dat de
rechte haakjes in deze klasse namen onderdeel zijn van de symbolische namen,
en ook gegeven moeten worden bij de ook al rechte haakjes die de
rechte\-haakjes\-lijst omsluiten.) De meeste meta\-tekens verliezen hun
speciale betekenis binnen een lijst. Om een letterlijke \fB]\fP op te geven,
plaats het als eerste in de lijst. Hetzelfde idee voor een letterlijke \fB^\fP,
plaats het overal behalve als eerste. Tenslotte, om een letterlijke \fB\-\fP bij
te voegen, plaats het als laatste.
.SS Verankering
Het dakje \fB^\fP en het dollar teken \fB$\fP zijn meta\-tekens die op
respectievelijk de lege string aan het begin, en aan het einde van een regel
passen.
.SS "Het backslash teken en Speciale Expressies"
De symbolen \fB\e<\fP en \fB\e>\fP passen respectievelijk de lege tekst
aan het begin, en aan het einde van een woord. Het symbool \fB\eb\fP past de
lege string aan de rand van een woord, en \fB\eB\fP past de lege string als het
\fIniet\fP de rand van een woord is. Het symbool \fB\ew\fP is een synoniem voor
\fB[_[:alnum:]]\fP en \fB\eW\fP is een synoniem voor \fB[^_[:alnum:]]\fP.
.SS Herhaling
Een reguliere expressie mag gevolgd worden door een of meerdere herhaal
operatoren:
.PD 0
.TP
\fB?\fP
Het voorgaande item is optioneel en paste ten hoogste één keer.
.TP
\fB*\fP
Het voorgaande item zal nul of meer keer gepast worden.
.TP
\fB+\fP
Het voorgaande item zal één of meer keer gepast worden.
.TP
\fB{\fP\fIn\fP\fB}\fP
Het voorgaande item zal precies \fIn\fP keer gepast worden.
.TP
\fB{\fP\fIn\fP\fB,}\fP
Het voorgaande item zal \fIn\fP of meer keer gepast worden.
.TP
\fB{,\fP\fIm\fP\fB}\fP
Het voorafgaande item past op zijn meest \fIm\fP keer. Dit is een GNU
uitbreiding.
.TP
\fB{\fP\fIn\fP\fB,\fP\fIm\fP\fB}\fP
Het voorgaande item zal minstens \fIn\fP keer, maar niet meer dan \fIm\fP keer
gepast worden.
.PD
.SS Concatenatie
Twee reguliere expressies kunnen worden geconcateneerd; de reguliere
expressie die dat oplevert past elk tekst die bestaat uit de twee samen
gevoegde sub\-teksten die op de twee respectievelijke sub\-expressies passen.
.SS Afwisseling
Twee reguliere expressies kunnen samengevoegd worden door de invoeg operator
\fB|\fP; de reguliere expressie die dat oplevert past elke string die of de
ene, of de andere sub\-expressie past.
.SS Voorrang
Herhaling heeft voorrang boven achter elkaar aanzetten, wat weer voorrang
heeft boven wisselen. Een hele sub\-expressie kan omgeven worden door haakjes
om deze voorrangsregels te omzeilen.
.SS "Terugverwijzingen en Sub\-expressies"
De terugverwijzing \fB\e\fP\fIn\fP\&, waar \fIn\fP een enkel cijfer is, past de
sub\-tekst daarvóór gepast door de \fIn\fPde met haakjes omsloten sub\-tekst in
de reguliere expressie.
.SS "Basis versus uitgebreide Reguliere Expressies"
In basis reguliere expressies verliezen de meta\-tekens \fB?\fP, \fB+\fP, \fB{\fP,
\fB|\fP, \fB(\fP en \fB)\fP hun speciale betekenis; in plaats daarvan gebruik de
versies met backslash \fB\e?\fP, \fB\e+\fP, \fB\e{\fP, \fB\e|\fP, \fB\e(\fP en \fB\e)\fP.
.
.SH "EIND WAARDE"
Normaal is de eind waarde 0 als er overeenkomsten werden gevonden, en 1 als
geen overeenkomsten werden gevonden en 2 als er een fout optrad. Hoewel,
als of \fB\-q\fP of \fB\-\^\-quiet\fP of \fB\-\^\-silent\fP werd gebruikt en een regel
werd gevonden, dan is de eind waarde 0 zelfs als er een fout optrad.
.
.SH OMGEVING
Het gedrag van \fBgrep\fP wordt beïnvloed door de volgende omgevingsvariabelen
.PP
De taaldefinitie van de categorie \fBLC_\fP\fIfoo\fP wordt gespecificeerd door
drie omgevingsvariabelen \fBLC_ALL\fP, \fBLC_\fP\fIfoo\fP, \fBLANG\fP in die volgorde te
bekijken. De eerste van deze variabelen die is gezet bepaald de
taaldefinitie. Bij voorbeeld, als \fBLC_ALL\fP niet is gezet, maar
\fBLC_MESSAGES\fP is gezet op \fBpt_BR\fP, dan wordt de Braziliaans\-Portugese
taaldefinitie gebruikt voor de \fBLC_MESSAGES\fP categorie. De C taaldefinitie
wordt gebruikt als geen enkele taaldefinitie is gezet, als de taal catalogus
niet werd geïnstalleerd, of \fBgrep\fP werd niet gebouwd met nationale taal
ondersteuning (NLS). Het shell commando \fBlocale \-a\fP toont beschikbare
taaldefinities.
.TP
\fBGREP_COLORS\fP
Bepaald hoe de \fB\-\^\-color\fP optie de uitvoer kleurt. Zijn waarde is een
komma\-gescheiden lijst van mogelijkheden met
\fBms=01;31:mc=01;31:sl=:cx=:fn=35:ln=32:bn=32:se=36\fP als standaard waarde en
de \fBrv\fP en \fBne\fP logische mogelijkheden zijn weggelaten
(m.a.w. onwaar). Ondersteunde mogelijkheden zijn de volgende.
.RS
.TP
\fBsl=\fP
SGR sub\-tekst voor compleet geselecteerde regels (m.a.w. passende regels als
de \fB\-v\fP commando\-regel optie werd weggelaten, of niet\-passende regels als
\fB\-v\fP werd opgegeven). Als zowel de logische \fBrv\fP optie en de \fB\-v\fP
commando\-regel opgegeven werden, dan is dit van toepassing op passende
contex regels. De standaard is leeg (m.a.w. het standaard kleuren paar van
de terminal).
.TP
\fBcx=\fP
SGR sub\-tekst for hele context regels (m.a.w. niet\-passende regels als de
\fB\-v\fP commando\-regel optie is weggelaten, or passend regels als \fB\-v\fP werd
opgegeven. Als echter zowel de logische \fBrv\fP als de \fB\-v\fP commando\-regel
optie werden opgegeven, dan is dit alleen van toepassing op geselecteerde
niet\-passende regels. De standaard is leeg (.m.a.w. het standaard kleuren
paar van de terminal).
.TP
\fBrv\fP
Logische waarde dat de betekenis omdraait van de \fBsl=\fP and \fBcx=\fP
capabilities indien de \fB\-v\fP command\-regel optie werd gespecificeerd. De
standaard is ONWAAR (m.a.w. the capaciteit is weggelaten).
.TP
\fBmt=01;31\fP
SGR sub\-tekst voor passende niet\-lege tekst in ieder passend regel (m.a.w.,
een geselecteerde regel wanneer de \fB\-v\fP commando\-regel optie werd
weggelaten, of een context regel als \fB\-v\fP werd opgegeven. Deze instelling
is equivalent aan het instellen van \fBms=\fP en \fBmc=\fP in een keer op dezelfde
waarde. De standaard is vette rode tekst in de voorgrond tegen de bestaande
regel achtergrond.
.TP
\fBms=01;31\fP
SGR sub\-tekst voor passende niet\-lege tekst in een passende regel (dit wordt
alleen gebruikt als de \fB\-v\fP commando\-regel optie werd weggelaten.) Het
effect van de \fBsl=\fP (of \fBcx=\fP als \fBrv\fP) capaciteit blijft actief wanneer
dit optreedt. De standaard is vette rode tekst in de voorgrond tegen de
bestaande regel achtergrond.
.TP
\fBmc=01;31\fP
SGR sub\-tekst voor passende niet\-lege tekst in een context regel (dit wordt
alleen gebruikt als de \fB\-v\fP commando\-regel optie werd gegeven.) Het effect
van de \fBcx=\fP (of \fBsl=\fP als \fBrv\fP) capaciteit blijft actief wanneer dit
optreedt. De standaard is vette rode tekst in de voorgrond tegen de
bestaande regel achtergrond.
.TP
\fBfn=35\fP
SGR sub\-tekst voor bestandsnamen die vooraf gaan aan een regel inhoud. De
standaard is magenta tekst voorgrond tegen de standaard terminal
achtergrond.
.TP
\fBln=32\fP
SGR sub\-tekst voor regel nummer die vooraf gaan aan een regel inhoud. De
standaard is groene tekst voorgrond tegen de standaard terminal
achtergrond.
.TP
\fBbn=32\fP
SGR sub\-tekst voor byte posities die vooraf gaan aan een regel inhoud. De
standaard is groene tekst voorgrond tegen de standaard terminal
achtergrond.
.TP
\fBse=36\fP
SGR sub\-tekst voor scheiders die zijn ingevoegd tussen geselecteerde regel
velden (\fB:\fP, tussen context regel velden, (\fB\-\fP, en tussen groepen van
aansluitende regels als een niet\-lege context werd opgegeven (\fB\-\^\-\fP).
De standaard is cyaan tekst voorgrond tegen de standaard terminal
achtergrond.
.TP
\fBne\fP
Logische waarde die het wissen tot regel einde voor komt door gebruik van
Erase in Line (EL) naar Rechts (\fB\e33[K\fP) elke keer een gekleurd item
eindigt. Dit is nodig op terminals waar EL niet ondersteund wordt. Het is
ook nuttig op terminals waar de \fBback_color_erase\fP (\fBbce\fP) logische
terminfo capaciteit niet van toepassing is, wanneer de gekozen opvallende
kleuren niet van invloed zijn op de achtergrond, of wanneer EL te langzaam
is en flakker veroorzaakt. De standaard is ONWAAR (m.a.w. de capaciteit
wordt weggelaten).
.PP
Merk op dat de logische capaciteiten geen \fB=\fP.\|.\|.\& deel hebben. Ze
worden standaard weggelaten (m.a.w. ONWAAR) en worden WAAR indien opgegeven.
.PP
Zie de Select Graphic Rendition (SGR) sectie in de documentatie van de
tekst terminal die wordt gebruikt om toegestane waarden en hun betekenis als
tekst attributen. Deze sub\-tekst waarden zijn gehele getallen in decimale
notatie en kunnen worden geconcateneerd met puntkomma´s. \fBgrep\fP zorgt voor
het samenstellen van het resultaat in een complete SGR sequentie
(\fB\e33[\fP.\|.\|.\fBm\fP). Voorkomende waarden voor concatenatie zijn
o.m. \fB1\fP voor vet, \fB4\fP voor onderstrepen, \fB5\fP voor knipperen, \fB7\fP voor
omkeren, \fB39\fP voor standaard voorgrond kleur, \fB30\fP tot \fB37\fP voor
voorgrond kleuren, \fB90\fP tot \fB97\fP voor 16\-kleurenmode voorgrond kleuren,
\fB38;5;0\fP tot \fB38;5;255\fP for 88\-kleuren and 256\-kleuren modes voorgrond
kleuren, \fB49\fP voor default achtergrond kleur, \fB40\fP tot \fB47\fP voor
achtergrond kleuren, \fB100\fP tot \fB107\fP for 16\-kleuren mode achtergrond
kleuren, and \fB48;5;0\fP tot \fB48;5;255\fP voor 88\-kleuren en 256\-kleuren modes
achtergrond kleuren.
.RE
.TP
\fBLC_ALL\fP, \fBLC_COLLATE\fP, \fBLANG\fP
Deze variabelen specificeren de taaldefinitie voor de \fBLC_COLLATE\fP
categorie, deze bepaald de verzameling volgorde die gebruikt wordt om
bereik expressies te ontleden zoals \fB[a\-z]\fP.
.TP
\fBLC_ALL\fP, \fBLC_CTYPE\fP, \fBLANG\fP
Deze variabelen geven de \fBLC_CTYPE\fP taaldefinitie op, die het soort
karakters bepaalt, o.a. welke tekens witruimte zijn. De taaldefinitie wordt
bepaald door de eerste van deze variabelen die is gezet. De POSIX
taaldefinitie wordt gebruikt als geen van deze omgevingsvariabelen zijn
gezet, of als de taaldefinitie verzameling niet is geïnstalleerd, of als
\fBgrep\fP niet was gecompileerd met talen ondersteuning (NLS)
.TP
\fBLC_ALL\fP, \fBLC_MESSAGES\fP, \fBLANG\fP
Deze variabelen specificeren de \fBLC_MESSAGES\fP categorie, die de taal
bepaalt die \fBgrep\fP gebruikt voor berichten. De standaard C taaldefinitie
gebruikt Amerikaans Engelse berichten.
.TP
\fBPOSIXLY_CORRECT\fP
Indien gezet gedraagt \fBgrep\fP zich zoals POSIX; anders gedraagt \fBgrep\fP zich
meer zoals andere GNU programma's. POSIX vereist dat de opties die volgen op
bestandsnamen, behandeld moeten worden als bestandsnamen; standaard worden
dergelijke opties verplaatst naar het begin van de operanden lijst en worden
behandeld als opties. Ook eist POSIX dat de niet herkende opties als
"onwettig" worden aangemerkt, maar omdat ze niet echt tegen de wet zijn
worden ze normaal aangemerkt als "ongeldig". \fBPOSIXLY_CORRECT\fP zet ook
\fB_\fP\fIN\fP\fB_GNU_nonoption_argv_flags_\fP uit, hieronder beschreven.
.TP
\fB_\fP\fIN\fP\fB_GNU_nonoption_argv_flags_\fP
(Hier is \fIN\fP \fBgrep\fP's numerieke proces ID.) Als het \fIi\fPde teken van deze
omgevingsvariabele waarde \fB1\fP is, beschouw het \fIi\fPde operand voor \fBgrep\fP
niet als een optie, zelfs als het er een lijkt te zijn. De shell kan deze
variabele in de omgeving plaatsen voor elke opdracht die het start, daarmee
opgevend welke operanden het resultaat zijn van jokerteken expansie en
daarom niet behandeld zou moeten worden als een optie. Dit gedrag is alleen
beschikbaar met de GNU C bibliotheek, en alleen wanneer \fBPOSIXLY_CORRECT\fP
niet gezet is.
.
.SH OPMERKINGEN
Deze handleiding wordt sporadisch onderhouden; de volledige documentatie is
vaker beter bijgewerkt.
.
.SH COPYRIGHT
Copyright 1998\-2000, 2002, 2005\-2022 Free Software Foundation, Inc.
.PP
Dit is vrije software; zie de programmatekst voor de kopieervoorwaarden. Er
is GEEN garantie; zelfs niet voor VERKOOPBAARHEID of GESCHIKTHEID VOOR EEN
BEPAALD DOEL.
.
.SH BUGS
.SS "Bugs Rapporteren"
Email bug rapporten naar
.MT bug\-grep@gnu.org
het bug\-rapportage adres
.ME .
Een
.UR https://lists.gnu.org/mailman/listinfo/bug\-grep
email
archief
.UE
en een
.UR https://debbugs.gnu.org/cgi/pkgreport.cgi?package=grep
bug volger
.UE
zijn beschikbaar.
.SS "Bekende Bugs"
Grote herhalingsaantallen voor de \fB{\fP\fIn\fP\fB,\fP\fIm\fP\fB}\fP bouwsteen kunnen
zorgen dat grep veel geheugen gebruikt. Daar bovenop kunnen sommige obscure
reguliere expressies exponentieel meer tijd en ruimte vragen, en kunnen
ervoor zorgen dat het geheugen voor \fBgrep\fP opraakt.
.PP
Terugverwijzingen zijn heel langzaam, en kunnen exponentieel meer tijd
vragen.
.
.SH VOORBEELD
Het volgende voorbeeld toont locatie en inhoud van elke regel die "f" bevat
en eindigt op ".c", in elk bestand in de huidige werkmap waarvan de naam "g"
bevat en eindigt in "*.h". De \fB\-n\fP optie toont regel nummers, het \fB\-\-\fP
argument behandelt expansie van "*g*.h" beginnend met "\-" als bestandsnamen
niet als opties, en het lege bestand /dev/null zorgt er voor dat
bestandsnamen getoond worden zelfs als alleen een bestandsnaam van de vorm
"*g*.h" is.
.PP
.in +2n
.EX
$ \fBgrep\fP \-n \-\- 'f.*\e.c$' *g*.h /dev/null
argmatch.h:1:/* definitions and prototypes for argmatch.c
.EE
.in
.PP
De enige regel dit past is regel 1 van argmatch.h. Merk op dat de reguliere
expressie syntaxis gebruikt in het patroon verschilt van de globbing
syntaxis die de shell gebruikt om bestandsnamen te zoeken.
.
.SH "ZIE OOK"
.SS "Reguliere Handleidingen"
\fBawk\fP(1), \fBcmp\fP(1), \fBdiff\fP(1), \fBfind\fP(1), \fBperl\fP(1), \fBsed\fP(1),
\fBsort\fP(1), \fBxargs\fP(1), \fBread\fP(2), \fBpcre2\fP(3), \fBpcre2syntax\fP(3),
\fBpcre2pattern\fP(3), \fBterminfo\fP(5), \fBglob\fP(7), \fBregex\fP(7)
.SS "Volledige documentatie"
Een
.UR https://www.gnu.org/software/grep/manual/
volledige handleiding
.UE
is beschikbaar. Als de programma's \fBinfo\fP en \fBgrep\fP correct op uw
systeem zijn geïnstalleerd, dan geeft de opdracht
.IP
\fBinfo grep\fP
.PP
toegang tot de volledige handleiding.
.
.\" Work around problems with some troff -man implementations.
.br
.
.\" Format for Emacs-maintained Dt string defined at this file's start.
.\" Local variables:
.\" time-stamp-format: "%:y-%02m-%02d"
.\" End:
.PP
.SH VERTALING
De Nederlandse vertaling van deze handleiding is geschreven door
Jos Boersema ,
Mario Blättermann
en
Luc Castermans
.
.PP
Deze vertaling is vrije documentatie; lees de
.UR https://www.gnu.org/licenses/gpl-3.0.html
GNU General Public License Version 3
.UE
of later over de Copyright-voorwaarden. Er is geen AANSPRAKELIJKHEID.
.PP
Indien U fouten in de vertaling van deze handleiding zou vinden,
stuur een e-mail naar
.MT debian-l10n-dutch@lists.debian.org
.ME .